Joris en zij studeerden toen nog dwarsfluit op het conservatorium. In de kantine van het conservatorium zagen ze op het prikbord een woonboot te koop. Deze boot was maar 8×4 meter en lag op de Jacob van Lennepkade. Het leek ze ideaal. Gerda belde enthousiast met haar vader maar die vond het een veel te klein woonbootje. Hij belde Hans Kok, de botenmakelaar. In de zaterdag-Telegraaf stonden woonboten in Noord die ze meteen gingen bekijken in het weekend. Noord was toen nog een beetje een gribus en viel meteen als optie af. Kok vertelde dat er op het Jaagpad een boot aan de ketting lag. Hij mocht niet zeggen om welke boot het ging. Ze gingen spontaan naar het Jaagpad en de mensen van nummer 2, mevrouw en meneer Jansen, vertelden dat nummer 10 al een tijdje leeg stond.  Eenmaal daar werden ze meteen verliefd op de plek en de boot.

Als kind voer Gerda altijd de staande mast route door de Schinkel naar het IJsselmeer dus daar kende ze het wel een beetje van. Haar oma vertelde dat ze vroeger nog zwemles in het Schinkelbad had gehad: een grappig idee.

Gerda’s vader hielp met de aankoop van de boot. Ze hebben hem geschilderd en het overbouwtje geïsoleerd om daar te kunnen studeren.  Hun dochter Isabelle werd geboren in 1999. Al gauw werd de boot te klein en te schimmelig door de lekkage in de bak. Er moest iets anders komen. En dus gingen ze aan de slag met het ontwerpen van de nieuwe boot.  Ze wilden twee verdiepingen, een raampartij en een vide van 5 meter hoog  aan de waterkant zodat de boot veel licht zou krijgen. Bij buren gingen ze ervaren of ze het liefst boven of beneden wilden wonen: het werd beneden.

Het oude bootje werd verkocht en naar Groningen gesleept. Gerda’s vader bleek opeens de hele overwaarde van de verkoop te willen hebben.  Dit werd opgelost met een deal: de overwaarde sam-sam verdeeld.

De nieuwe boot werd casco geleverd door woonboot-bouwer Ardesch. Het zelf afbouwen bleek veel meer werk dan gedacht en steeds moeilijker in te plannen in een werkend leven met een jong gezin. Bovendien was Gerda toen de boot aan kwam net zwanger van hun zoon Philip. Ze maakten als eerste een nood-keukentje en richten zich vervolgens op de badkamer. Al het bouwmateriaal moest met kruiwagens vanaf de Rijnsburgerstraat gebracht worden: wonen op precies het midden van het pad bleek best onhandig. Het zelf klussen schoot totaal niet op en dus werden er toch ook professionele klussers ingehuurd.

Gerda gaf in die tijd 10 jaar les op de muziekschool van Leusden. Totdat er bezuinigingen kwamen en alle docenten op straat stonden.  Ze was al een tijdje niet zo blij daar (er werd ook toen amper gestudeerd), de woonboot schoot maar niet op én haar moeder overleed. Ze werd ziek en kreeg een depressie.

Toen ze weer een beetje opknapte ging ze de leskamer op de woonboot inrichten. Ze had een nieuwe cursus bedacht: “muziek-oriëntatie”. Met deze cursus kregen kinderen basisvorming muziek en konden ze verschillende instrumenten, waaronder dwarsfluit, uitproberen. Hiermee stroomde haar lespraktijk langzaam maar zeker vol met allemaal dwarsfluitleerlingen. Al snel bleek dat de Amsterdam Zuid ouders ook geen tijd/zin hadden om met hun kind te oefenen en begon de frustratie al weer snel op te lopen. Het roer moest om! En zo kwam ze in aanraking met de Suzuki-methode. Dit een auditieve lesmethode die heel internationaal is: in de meeste landen van de wereld wordt deze methode in allerlei instrumenten onderwezen. Gerda heeft de afgelopen jaren hard gestudeerd en alle 5 levels met Teacher Training weekenden en examens gehaald en is nu volledig bevoegd om deze methode te geven. Ze heeft een bloeiende lespraktijk met 35 fluitleerlingen.

Suzuki methode in het kort: dr. Suzuki beschouwde muziek als een taal vandaar dat je de cd met de stukken regelmatig moet luisteren. In het herhalen van de stukken zit het leren omdat je daarin verschillende lagen kunt aanbrengen (dynamiek, adem, vibrato, articulatie etc) Het begint met eenvoudige twee-toons-liedjes en kinderliedjes en wordt langzaam uitgebreid naar meer tonen en stukken van bekende componisten. De ouder is heel belangrijk en komt altijd mee in de les, maakt aantekeningen en leert de basis van het instrument zelf ook zodat hij/zij thuis zo goed mogelijk kan helpen. Ouders, kinderen en docent werken zo lang mogelijk samen. Leerlingen krijgen wekelijks individuele- en groepsles. Het instrument is geen doel, maar een middel. Je leert heel veel extra dingen als je dagelijks oefent: discipline, doorzettingsvermogen, plannen, leren luisteren, etc. Het is eigenlijk een holistische methode. Toen ze met Suzuki begon, kreeg ze meteen ander soort leerlingen: ouders weten beter waar ze aan beginnen. Door de  groepslessen, (internationale) workshops, ouderavonden en concerten ontstaan er verbinding en vriendschappen: de basis van de filosofie. De allerjongste leerlingen zijn 2/ 2,5 jaar en krijgen les op kleine dwarsfluitjes. De oudste leerling is 77 jaar. Neem vooral een kijkje op de website: www.muziekles-amsterdam.nl

Joris is nu manager artistieke zaken bij Phion in het Oosten van het land en is door de Corona-crisis geen ZZP-er meer. Een echte baan is wel fijn in deze tijd. Er gaat ook met deze regering te weinig aandacht en geld naar cultuur: hel frustrerend. De appel valt niet ver van de boom want Isabelle (22 jr)  studeert Creative Business en assisteert haar vader regelmatig bij producties. Philip (19 jr) zit in het examenjaar van de Nederlandse Pop Academie en produceert zijn eigen muziek.

Gerda vindt de buurtfeesten altijd leuk.  Ze heeft ook wel met leerlingen op een feestje opgetreden. Het leukste vond ze het feest met de grote ballen, waar de kinderen in zaten. Ze voelt zich prettig in de buurt. Je kunt lekker zwemmen en wandelen. Het begraafplaatsje is prachtig. De buurt staat voor elkaar klaar: helpen met kleine en grote dingen zoals met de aanleg van de nieuwe boot 19 jaar geleden. Met de ene buurvrouw af en toe samen breien, met de andere schilderen of een wijntje drinken op het terras.

Nadelen zijn er zeker: het lawaai en de stank van veel te veel vliegtuigen over de Vondelpark-route en het steeds meer veel te harde varen vindt ze heel erg vervelend. Het geeft veel onrust: ze belt of mailt politie regelmatig. Politie vaart bovendien zelf ook vaak te hard. Er is ook 3x ingebroken: ook niet prettig. En de autoruit is al vaker ingeslagen, alleen maar voor een oud autoradiootje. De Schinkel eilanden zijn leuk maar zorgen ook wel voor overlast, omdat het geluid ver draagt. En ze wil niet dat de extra brug over de Schinkel komt.

Sinds kort hebben ze een vakantie-huisje in de Achterhoek. De rust en schone lucht zijn een zegen en zorgen weer voor balans met het enerverende wonen en werken in Amsterdam.